Vaccinaties baby taak
Algemeen
Vaccinaties beschermen tegen bepaalde ziektes. Welke vaccinaties krijgt je baby en hoe effectief zijn ze?
Meer informatie over het vaccinatieschema is te vinden op Rijksvaccinatieprogramma.nl.
Tetanus
Tetanus, ook wel bekend als kaakklem of wondkramp, wordt veroorzaakt door een bacterie. Zodra die bacterie, die bijvoorbeeld in straatvuil zit, in een open wondje komt, kun je een tetanusinfectie oplopen. Ook door een dierenbeet kun je de ziekte krijgen.
Ziekteverschijnselen bij tetanus
De tetanusbacterie maakt gifstoffen die weefsels aantasten. Dat zorgt voor:
- stijfheid in de buurt van de infectie;
- steeds erger wordende spierkrampen als gevolg van prikkels als harde geluiden, aanrakingen, kou en beweging;
- kaakkramp, slikklachten, ademhalingsproblemen;
- kramp in alle skeletspieren, soms zo erg dat de patiënt als een hoepel achterover kromtrekt en niet meer kan ademen.
Behandeling van tetanus
Zonder behandeling is tetanus bijna altijd dodelijk. Bij een goede behandeling ligt de sterfte in Nederland rond de 20 procent. Het is heel belangrijk om je kind te laten vaccineren om te voorkomen dat het tetanus krijgt.
Vaccinatieschema tetanus
Heb je als moeder de 22 wekenprik gehaald? Dan ziet het vaccinatieschema tegen tetanus er als volgt uit:
- 3 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 5 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 11 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 4 jaar: vaccinatie tegen DKTP
- 9 jaar: vaccinatie tegen DTP
Difterie
Difterie wordt veroorzaakt door een bacterie die zich gemakkelijk vermenigvuldigt. De bacterie produceert een gifstof die de weefsels beschadigt. Vooral de bovenste luchtwegen lopen schade op, maar ook het weefsel van het hart en het zenuwstelsel raken aangetast.
Difterie is besmettelijk
Besmetting vindt plaats van mens op mens door hoesten en niezen, of door contact met opgehoest materiaal of pus uit een wond. Ook besmette melk of besmet voedsel kan de ziekte veroorzaken. Iemand kan besmet zijn met de difteriebacterie zonder zelf ziek te zijn, maar kan anderen dan wel ongemerkt besmetten.
Ziekteverschijnselen bij difterie
- Keelpijn, hangerigheid en koorts.
- Slikklachten, misselijkheid en overgeven.
- Bij keeldifterie: een grijze aanslag op de amandelen en in de keelholte.
- Soms is de hals sterk opgezwollen. Als dit heel erg is, kan de patiënt het benauwd krijgen en zelfs stikken.
- Soms is er alleen een neusinfectie.
Vaccinatieschema difterie
Difterie kan behandeld worden met difterieantitoxine en antibiotica, maar dit doet niets tegen schade die al ontstaan is. Daarom is het belangrijk dat je kind ingeënt wordt tegen difterie, zodat het de ziekte niet krijgt. Heb je als moeder de 22-wekenprik gehaald? Dan ziet het vaccinatieschema tegen difterie er als volgt uit:
- 3 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 5 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 11 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 4 jaar: vaccinatie tegen DKTP
- 9 jaar: vaccinatie tegen DTP
Heb je als moeder geen 22 wekenprik gehaald? Dan krijgt je kind bij 2 maanden een extra vaccinatie DKTP-Hib-HepB.
Rodehond
Rodehond wordt veroorzaakt door een virus dat alleen bij mensen voorkomt. Besmetting vindt plaats via druppeltjes in de lucht, bijvoorbeeld bij hoesten en niezen. Wie een rodehond infectie heeft, steekt gemiddeld zeven tot acht andere mensen aan. De ziekte is besmettelijk van tien dagen vóór het uitbreken van de huiduitslag tot één week erna.
Risico's van rodehond voor ongeboren kinderen
Als je in de eerste drie maanden van je zwangerschap rodehond krijgt, is er een groot risico op aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kindje. Als je rode hond hebt doorgemaakt of tegen de ziekte gevaccineerd bent, ben je beschermd. Bij twijfel kun je je laten testen of je antistoffen hebt. Als je zwanger bent en je twijfelt over jouw weerstand tegen rode hond, dan kun je beter contact met een kind met rode hond vermijden.
Ziekteverschijnselen bij rodehond
- Vlekkerige, rozerode huiduitslag, beginnend in het gezicht en snel uitbreidend naar bovenlijf, armen en benen.
- Bij oudere kinderen en volwassenen ook griepachtige verschijnselen en opgezette lymfeklieren achter het oor en in de nek.
- Gewrichtspijn, vooral bij oudere meisjes en vrouwen.
Ongeveer de helft van de besmette personen heeft nergens last van.
Kijk voor meer informatie over rodehond op Huidhuis.nl
Vaccinatieschema rodehond
Je kind wordt tegen rodehond ingeënt als het 14 maanden is en als het 9 jaar is. De vaccinatie is onderdeel van het combinatievaccin BMR. Dit vaccin beschermt ook tegen de bof en mazelen. De twee BMR-prikken samen zorgen voor levenslange bescherming tegen rodehond.
Polio
Poliomyelitis of polio is ook bekend als kinderverlamming. Polio wordt veroorzaakt door een poliovirus. Er zijn drie typen poliovirus. De infectie komt alleen bij mensen voor.
Polio is besmettelijk
Directe besmetting gaat via de ontlasting naar de mond, maar ook door druppeltjes in de lucht bij bijvoorbeeld hoesten, niezen of schreeuwen. De besmettelijkheid is waarschijnlijk het grootst kort voor en na het begin van de ziekteverschijnselen. De meeste besmettingen worden veroorzaakt door mensen die zelf niet ziek zijn, maar wel besmet zijn met het virus. In 70 procent van de gevallen merk je niks van een besmetting met het poliovirus.
Ziekteverschijnselen bij polio
- Lichte griepachtige verschijnselen en eventueel maag-darmklachten (bij 25 procent van de besmette mensen).
- Verschijnselen van hersenvliesontsteking, nekstijfheid, braken, hoofdpijn, koorts en pijn in de rug en ledematen (bij 4 procent van de besmettingen).
- Verlammingsverschijnselen die heel plotseling ontstaan komen voor bij 1 op de 100 tot 200 poliopatiënten.
Complicaties bij polio
In het algemeen geldt dat hoe ouder de patiënt is, hoe groter de kans op complicaties. Ook neemt het risico toe als de keelamandelen verwijderd zijn. Bij 25 tot 40 procent van de mensen die in hun jeugd verlamd raakten door polio, ontstaan opnieuw spierzwakte, pijn, atrofie en vermoeidheid. Dat gebeurt dan 15 tot 40 jaar na de oorspronkelijke acute ziekte. Er bestaat geen specifieke behandeling voor polio. Met bedrust en fysiotherapie kun je complicaties voorkomen.
Vaccinatieschema polio
Heb je als moeder de 22-wekenprik gehaald? Dan ziet het vaccinatieschema tegen polio er als volgt uit:
- 3 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 5 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 11 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB
- 4 jaar: vaccinatie tegen DKTP
- 9 jaar: vaccinatie tegen DTP
- Hervaccinatie om de 15 jaar is nodig voor reizigers.
Heb je als moeder geen 22 wekenprik gehaald? Dan krijgt je kind bij 2 maanden een extra vaccinatie DKTP-Hib-HepB.
Kinkhoest
Kinkhoest wordt veroorzaakt door een bacterie. Besmetting vindt plaats van mens op mens door hoesten en niezen.
Besmettelijk
Kinkhoest is heel besmettelijk, vooral in de eerste periode als de hoestbuien nog niet zijn begonnen. Hoestende patiënten zijn nog drie tot vier weken nadat het hoesten is begonnen besmettelijk. Als binnen je gezin iemand kinkhoest heeft, is de kans heel groot dat andere gezinsleden worden besmet.
Vaak wordt pas weken na het begin van het hoesten aan kinkhoest gedacht. De besmetting heeft in de omgeving al plaatsgevonden en dan is er niets meer aan te doen. Het hoesten kan vele weken duren.
Vaccinatie voor zwangere vrouwen: 22 wekenprik
In het Rijksvaccinatieprogramma is vanaf 16 december 2019 het kinkhoestvaccin opgenomen voor zwangere vrouwen. Deze prik heet de 22 wekenprik. Informatie over deze prik krijg je van je verloskundige. Door de vaccinatie vanaf week 22 (met DKT-vaccin) te halen kan kinkhoest bij de pasgeboren baby's worden voorkomen.
Het ongeboren kind krijgt namelijk de beschermende antistoffen via de placenta van de moeder. Ook kan de moeder zelf geen kinkhoest krijgen en het na de geboorte overdragen aan de baby.
Vaccinatieschema
Door de invoering van de 22 wekenprik, is het vaccinatieschema voor kinderen veranderd. Als je als moeder bent gevaccineerd tijdens de zwangerschap, heeft je baby zelf straks 1 prik minder nodig. De eerste prik start dan bij 3 maanden in plaats van 2 maanden. Heb je als moeder geen 22 wekenprik gehaald? Dan krijgt je kind bij 2 maanden een extra vaccinatie (DKTP-Hib-HepB).
Heb je als moeder wél de 22 wekenprik gehaald? Dan ziet het vaccinatieschema het eerste jaar er als volgt uit:
- 3 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB en een vaccinatie tegen Pneumokokken
- 5 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB en een vaccinatie tegen Pneumokokken
- 11 maanden: vaccinatie tegen DKTP-Hib-HepB en een vaccinatie tegen Pneumokokken
- 14 maanden: vaccinatie tegen BMR en een vaccinatie tegen meningokokken (MenACWY)
De DKTP-Hip-HebB-prik beschermt tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, Hib en hepatitis B. De BMR-prik beschermt tegen de bof, mazelen en rodehond. Deze BMR-prik wordt nog een keer herhaald als je kind 9 jaar is.
Ziekteverschijnselen bij kinkhoest
- Hangerigheid, lusteloosheid en hoesten.
- Kort op elkaar lange en hevige hoestbuien met taai slijm, en een lange, gierende inademing.
- Benauwdheid, blauw aanlopen en overgeven door de hoestbuien.
Kinkhoest is het gevaarlijkst voor jonge zuigelingen. Zij kunnen door het hoesten heel benauwd worden en zuurstof tekort krijgen. Opname in het ziekenhuis is dan vaak nodig en af en toe komt er een kindje door te overlijden.
Er bestaat geen goede behandeling tegen kinkhoest. Een antibioticakuur kan ervoor zorgen dat de besmettelijke periode korter wordt. Dat is alleen zo als al vroeg met de kuur wordt begonnen. De kuur heeft weinig invloed op de duur en de ernst van de ziekte.
Mazelen
Mazelen is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Besmetting vindt plaats via druppeltjes die met hoesten en niezen worden verspreid. De ziekte is zeer besmettelijk: één ziek kind besmet minstens tien anderen. Patiënten zijn het meest besmettelijk van één tot twee dagen voordat de uitslag begint tot ongeveer vier dagen erna.
Complicaties bij mazelen
Meestal verloopt de ziekte probleemloos. Bij een aantal kinderen kunnen er complicaties optreden.
- 5 tot 10 procent van de patiënten krijgt oorontsteking met soms blijvende doofheid als gevolg.
- 1 tot 5 procent krijgt een (levensbedreigende) longontsteking.
- Heel soms (1 op de 1000 keer) leidt mazelen tot een acute hersenontsteking die vaak blijvende hersenschade tot gevolg heeft.
- 1 tot 2 van de 1000 patiënten sterven.
Ziekteverschijnselen bij mazelen
- Hoge koorts, hoesten, verkoudheid en rode ogen.
- Witte vlekjes met een rode stip aan de binnenkant van de wangen.
- Vlekken op het gezicht, in de nek en de hals.
- Na verloop van tijd een bijna egaal rode huid.
Er is geen behandeling voor mazelen, behalve bestrijding van koorts en pijn. Antibiotica kunnen helpen bij het bestrijden van een bijkomende bacteriële infectie. Kijk voor meer informatie over mazelen op Huidhuis.nl
Vaccinatieschema mazelen
Je kind wordt tegen mazelen ingeënt als het 14 maanden is en als het 9 jaar is. De vaccinatie is onderdeel van het combinatievaccin BMR. Dit vaccin beschermt ook tegen de bof en rodehond.
Bof
De bof wordt veroorzaakt door het bofvirus en is heel besmettelijk. Besmetting vindt plaats van mens op mens door bijvoorbeeld hoesten en niezen. Een patiënt is besmettelijk van vijf dagen voor dat de ziekteverschijnselen beginnen tot ruim een week daarna.
Gevolgen van de bof
Meestal verloopt de bof mild. Iemand kan de ziekte hebben zonder dat er verschijnselen optreden, en zo anderen ongemerkt besmetten. Ongeveer 1 op de 3 mensen merkt niks van de ziekte, maar van de 1000 mensen die besmet zijn met het bofvirus krijgen er 4 tot 10 een hersenvliesontsteking. Dat komt vooral voor bij jonge kinderen, en loopt meestal goed af. Jongens kunnen ook een ontsteking krijgen van de teelballen. Dit kan invloed hebben op de vruchtbaarheid.
Ziekteverschijnselen van de bof
- Koorts.
- Opzwellen van een of beide wangen door een ontsteking van de oorspeekselklieren.
- Opzwellen van de speekselklieren in de mond waardoor eten of openen van de mond pijn doet (soms).
Na ongeveer een week worden de zwellingen minder. Na twee weken zijn ze weg en is de patiënt meestal weer beter.
Vaccinatieschema bof
Je kind wordt tegen bof ingeënt als het 14 maanden is en als het 9 jaar is. De vaccinatie is onderdeel van het combinatievaccin BMR. Dit vaccin beschermt ook tegen de mazelen en rodehond.
Hielprik
Tussen de vierde en zevende dag na de geboorte neemt een medewerker van de jeugdgezondheidszorg of de verloskundige de hielprik af. Er worden dan een paar druppeltjes bloed uit de hiel van je baby gehaald. Daarna wordt het bloed onderzocht op een aantal ernstige, zeldzame aangeboren ziekten.
Waarom de hielprik?
Het bloed van je kind wordt in een laboratorium onderzocht op verschillende ernstige, zeldzame aangeboren ziekten. Deze ziekten komen niet vaak voor, maar het is wel belangrijk dat deze ziekten snel na de geboorte worden ontdekt. Zo kan schade aan de gezondheid en ontwikkeling van je kind voorkomen of beperkt worden.
De meeste ziekten zijn niet te genezen, maar wel te behandelen met bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Het is dan in het belang van je kind dat je meedoet aan de hielprik. Een overzicht van de ziektes waarop wordt getest, vind je op RIVM.nl. Deelname aan de hielprik is vrijwillig.
Uitslag van de hielprik
Je krijgt binnen vijf weken bericht over de uitslag van de hielprik. Meestal is de uitslag van de hielprik goed. Bij een afwijkende uitslag neemt de huisarts zo snel mogelijk contact met je op over het vervolgonderzoek. Lees meer over de uitslag op de website van het RIVM.
Binnen zeven dagen
Is er binnen zeven dagen na de geboorte nog niemand voor de hielprik geweest? Neem dan contact op met het RIVM-kantoor in jouw regio. Contactgegevens vind je op de website van het RIVM.