Problemen bij de spraak- taalontwikkeling peuter

Taalproblemen

Het is belangrijk om bij jonge kinderen goed te letten op de spraak- en taalontwikkeling. Als kinderen blijvend een taalachterstand opbouwen kan dat gevolgen hebben voor later, bijvoorbeeld bij het begrijpen van schriftelijke informatie. Het is dus goed om zo vroeg mogelijk te beginnen met het stimuleren van de taalontwikkeling.

Taalstoornis en taalontwikkelingsachterstand

Als de taalontwikkeling van je kind achterblijft, kan dat komen omdat je kind minder aanleg heeft om taal te leren. Dit noem je een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Een achterstand kan ook komen doordat je kind te weinig taal hoort. Dit noem je een taalontwikkelingsachterstand (TOA). Je bent bijvoorbeeld vanuit je eigen opvoeding niet gewend om voor te lezen of je kind heeft een tijd een slecht gehoor door oorproblemen. Als je kind vaker met taal in aanraking komt, neemt de taalachterstand meestal snel af.

Stimuleer de taalontwikkeling van je peuter

Een goede taalontwikkeling vraagt om stimulatie. Het is verstandig om je kind vanaf de babytijd voldoende taal aan te bieden. Dat kan al door veel met je kind te praten, te spelen en door vaak voor te lezen. Het is belangrijk dat je tijdens het voorlezen in gesprek gaat met je kind.

Ook als je zelf geen Nederlands spreekt, kan je kind prima Nederlands leren door andere mensen in de omgeving. Bijvoorbeeld op de kinderopvang of op de peuterspeelzaal. Tweetalig opvoeden hoeft geen probleem te zijn.

Problemen met de taalontwikkeling bij peuters

Als je alles doet om de taalontwikkeling te stimuleren, kan je kind toch een taalachterstand oplopen. Soms is er sprake van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Bij een taalontwikkelingsstoornis verloopt het leren van taal niet vanzelf, terwijl daar geen duidelijke oorzaak voor is. Ongeveer 5% van de bevolking heeft een taalontwikkelingsstoornis. Kijk op Kentalis.nl om een TOS bij je kind te herkennen.

Een taalachterstand hoeft niet altijd door een TOS te komen. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Heb je hier vragen over? Ga dan naar de huisarts of een logopedist bij jou in de buurt.

Je kunt meer lezen over spraak- en taalontwikkeling op Kindentaal.nl.

Niet durven praten

Leren praten doet ieder kind op zijn eigen tempo. Het ene kind praat al vroeg in hele zinnen, het andere kind doet er wat langer over. Het is normaal als peuters verlegen zijn. Ze voelen zich gewoon nog niet overal op hun gemak. Gun je kind de tijd om te wennen aan een situatie en houd hier rekening mee. Soms is er iets anders aan de hand dan gewone verlegenheid. Je kind kan last hebben van selectief mutisme.

Wat is selectief mutisme?

Als je merkt dat je kind goed kan praten, maar bijvoorbeeld op de peuterspeelzaal geen enkel geluid laat horen, kan er sprake zijn van selectief mutisme. Kinderen met selectief mutisme kunnen wel praten en willen dat ook, maar het lijkt erop dat het ze niet lukt in bepaalde situaties of bij onbekenden. Het voelt dan niet veilig voor hen. Zelfs tegen jou kan je kind opeens niets meer zeggen, zodra jullie bijvoorbeeld de straat van de peuterspeelzaal inlopen. Deze kinderen huilen soms ook niet als ze vallen. En omdat ze niet kunnen zeggen dat ze moeten plassen, kan zindelijk worden ook een probleem zijn.

Kinderen met selectief mutisme zijn vaak ook erg perfectionistisch. Ze willen iets vaak pas doen als ze zeker weten dat ze het goed zullen doen.

Wat kun je doen als je peuter niet durft te praten?

Het allerbelangrijkste wat je moet weten is dat dwingen of beloningen beloven niet werkt. En bij selectief mutisme gaat het niet durven praten ook niet vanzelf over. Wat je kunt proberen om je kind te helpen:

  • Geef het goede voorbeeld, zonder je kind te vragen het meteen op te volgen. Bijvoorbeeld gedag zeggen of bedanken voor het plakje worst bij de slager.
  • Bereid je kind voor op een nieuwe of spannende situatie door er samen over te praten. Wie zijn erbij? Waar vindt het plaats? Hoe ziet de ruimte eruit? Hoe zal het verlopen? Van tevoren samen kijken zonder vreemden erbij, kan helpen de angst te verminderen.
  • Vertel dat je begrijpt dat het moeilijk is om te praten en dat je trots bent dat je kind er gewoon gezellig bij is.
  • Geef je kind complimenten wanneer het kleine stapjes zet. Zo stimuleer je het zelfvertrouwen. Reageer niet te overdreven, want dat kan juist verkeerd werken.

Als het praten een probleem blijft, neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg. Zij kunnen je helpen bij het vinden van de juiste hulp.

Wil je meer weten? Kijk dan eens op Spreektvoorzich.nl.

Stotteren

Veel kinderen tussen de 2 en 5 jaar stotteren soms een tijdje. Ze herhalen woorden of delen van de zin, maken klanken langer of blijven hangen op klanken. Bij de meeste kinderen gaat deze periode vanzelf over. Sommige kinderen blijven stotteren. Het is belangrijk dat je hier als ouder op de juiste manier mee omgaat.

Wat kun je als ouder het beste doen?

Als je kind stottert, probeer het dan rustig te laten uitpraten. Neem hiervoor de tijd en blijf je kind aankijken. Praat zelf ook rustig. Dit vraagt om veel geduld. Geef géén tips als: 'praat eens rustig, haal eens adem, begin eens opnieuw'. Hierdoor kan je kind het idee krijgen dat het iets niet goed doet. Dat is niet de bedoeling. Jouw kind mag gewoon lekker praten, ook al is dat met stotteren! Leg ook aan de omgeving uit dat dit de beste manier is om te reageren.

Naar de logopedist

Als je je zorgen maakt over het stotteren van je kind kun je de SLS (SreeningsLijst Stotteren) invullen. Deze is te vinden op Stotteren.nl. Behaal je meer dan 11 punten? Dan is het slim om dit te overleggen met je huisarts of om contact te zoeken met een logopedist.

Wat doet de logopedist of stottertherapeut?

Een logopedist is opgeleid om stotteren te begeleiden. De logopedist kan ervoor kiezen om de hulp in te schakelen van een stottertherapeut. Een stottertherapeut heeft zich hierin gespecialiseerd.

De logopedist en stottertherapeut leggen uit hoe stotteren komt. Zij bekijken hoe ernstig het stotteren is en houden dit samen met jou en je kind in de gaten. Ook krijg je tips hoe je het beste met het stotteren om kan gaan. Soms is het nodig om therapie te starten.

Slissen

Kinderen die slissen of lispelen spreken de letter s of andere klanken, zoals de z, sj en zj, verkeerd uit. De s klinkt als het ware onzuiver.

Wat veroorzaakt slissen?

Slissen of lispelen ontstaat meestal tijdens het leren praten, maar kan op alle leeftijden voorkomen. Slissen kan ontstaan door ruimte tussen de boven en onder voortanden waardoor de tong tussen de tanden wordt geduwd en een onzuiver geluid ontstaat. Soms is langdurig speengebruik hiervan de oorzaak. Andere oorzaken kunnen zijn te slappe tongspieren, te weinig beheersing van de tongmotoriek of het verkeerd aanleren van de s.

Gevolgen van slissen

 

  • Een kind is slecht verstaanbaar.
  • Een kind kan verkeerd gaan slikken.
  • Soms worden kinderen daarmee gepest.

Wat kun je doen tegen slissen?

Met het doen van oefeningen kan je kind de spieren in de mond versterken en de tong op de juiste manier leren gebruiken. Ga naar het consultatiebureau of een logopedist voor tips en hulp.

Spraakproblemen

Als ouder help je je kind spelenderwijs bij de ontwikkeling van taal, maar misschien heb je het gevoel dat je peuter zich anders ontwikkelt dan andere peuters.

Problemen met praten

Soms heeft een kind problemen met praten zoals stotteren, slissen, of heel schor of hard praten. Dit hard praten kan bijvoorbeeld komen doordat een kind minder hoort.

Soms praat een kind bij andere mensen helemaal niet of alleen heel zacht. Dit kan komen omdat je kind niet durft te praten.

Sommige kinderen hebben problemen in de klankvorming bij het praten (fonologische problemen). Je kind vervangt bijvoorbeeld klanken door andere klanken, of laat sommige klanken of lettergrepen helemaal weg. Terwijl je kind de losse klanken wel goed kan uitspreken. Er zijn dus geen problemen met de spieren die gebruikt worden bij het praten. Bijvoorbeeld: je kind zegt wel de 's' in het woord 'soep' en de 'g' in het woord 'gaan'. Maar je kind spreekt de 'sch' uit als 's'. Dan zegt je kind 'sat' in plaats van 'schat' en 'sool' in plaats van 'school'.

Zoek hulp

Vind je dat de spraak van je kind zich anders of langzamer ontwikkelt dan die van vriendjes? Praat dan met de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau of de huisarts. Of neem contact op met een logopedist in de buurt.

Je kunt het niveau van de taalontwikkeling testen op Kindentaal.nl. Deze testen zijn geschikt voor ouders van Nederlandstalig opgevoede kinderen. Als de test aangeeft dat het niveau van je peuter laag is, bespreek de uitslag dan met de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau.