Veilig in het verkeer baby

Op de fiets

Het is heerlijk en natuurlijk ook handig om met je baby te fietsen. Je kunt je baby op een aantal manieren op de fiets vervoeren. Daarbij is het belangrijk dat je baby zijn hoofd zelfstandig rechtop kan houden en dat hij comfortabel zit.

Babyzitje

Als je baby nog niet in een fietszitje kan, kun je hem wel in een autostoel op de fiets meenemen. Doe dit pas als je kind het hoofdje zelfstandig rechtop kan houden. Er zijn beugels te koop waarmee je een babyautostoeltje of babyschelp stevig op je bagagedrager kunt bevestigen. Nog veiliger is het gebruik van een fietskar of een bakfiets. Plaats het autostoeltje het liefst tegen de rijrichting in in de kar of bak. Zorg ervoor dat je de riempjes strak vastmaakt en dat het zitje goed vastzit.

Kinderzitje

Zodra je baby zelfstandig vanuit kruiphouding kan gaan zitten, kun je je baby vervoeren in een fietszitje. Gemiddeld kunnen kinderen dit tussen negen en twaalf maanden. Jongere kinderen kun je wel in zit neerzetten, maar als je ze een duwtje geeft vallen ze om. Het is dan onverstandig ze mee te nemen in een fietszitje. Het voorzitje is bedoeld voor kinderen tot ongeveer drie jaar.

Veiligheidseisen voor fietszitjes

Koop altijd een fietszitje dat voldoet aan de Europese norm (NEN-EN 14344). Het voorzitje is gemaakt voor kinderen tot 15 kilo. Koop je een tweedehands fietszitje? Kijk dan of het een drie-of vierpuntsgordel heeft. De gordels lopen over de schouders en je maakt deze tussen de benen vast. Kijk ook of het zitje voetriempjes heeft en of ze nog geschikt zijn om strak vast te maken. De voetriempjes moeten altijd gebruikt worden om te voorkomen dat de voeten tussen de spaken komen.

Meer tips voor veilig fietsen
  • Laat je fiets nooit op de standaard staan als je baby er nog op zit, ook niet als je een brede standaard hebt.
  • Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wel veel veiliger.
  • Maak in het begin nog geen lange tochten. Dat houdt je kind nog niet vol.
  • Fiets nooit langer dan de tijd dat je kind zelf los kan zitten.
  • Probeer schokken en trillingen te voorkomen.
  • Op de website Veiligheid.nl vind je nog meer tips!
Niet fietsen met een buik- of rugdrager!

Ga niet fietsen met een buik- of rugdrager. Als je valt of een ongeluk krijgt, is je kind hierin veel minder goed beschermd dan in een zitje.

Als je kind niet van fietsen houdt

Als je merkt dat je baby fietsen niet leuk vindt, probeer het dan rustig op te bouwen. Maak de tochten niet te lang en probeer hobbelige wegen te vermijden. Probeer regelmatig pauze te houden of stop wanneer je baby huilt.

Wandelen

Wandelen met je baby is altijd fijn, of het nu zomer of winter is. Er zijn verschillende mogelijkheden. Dat is afhankelijk van de leeftijd van je kind en waar je wilt gaan wandelen. Hieronder vind je een aantal veiligheidstips voor als je je kind mee naar buiten neemt.

Kinderwagen

Je kunt je baby al snel mee naar buiten nemen, ook als je baby nog heel klein is. Maar wel op een veilige manier natuurlijk! Ongeveer tot de leeftijd van zes tot negen maanden kun je je baby mee uit wandelen nemen in de kinderwagen. Omdat een kinderwagen een platte bak heeft, ligt je kind er veilig in. Kinderwagens beschermen ook goed tegen te veel licht en schokken. Gebruik de kinderwagen het liefst zo lang mogelijk. Als je kind zichzelf optrekt en kan gaan zitten, is de wagen niet veilig meer en kan je kind er uit vallen. Dan is het tijd voor een wandelwagen.

Er zijn veel verschillende soorten kinderwagens te koop. Welke wagen je het best kunt kiezen hangt af waarvoor je hem wilt gebruiken. Reis je veel? Dan is een lichte wagen, die je makkelijk uit elkaar haalt, handig. Wandel je er vooral mee in de buurt, dan is een zwaardere wagen fijn. Daar passen boodschappen ook goed in.

Let bij het kiezen van een wagen vooral op de veiligheid van je kind.

  • De kinderwagen moet stabiel staan.
  • Er moet een rem op zitten die minstens twee wielen afremt.
  • Je moet de rem gemakkelijk kunnen bedienen.
  • Je moet je baby kunnen beschermen tegen de zon. Een kinderwagenparasol beschermt je kind het beste. Gebruik je een doek om je baby te beschermen tegen de zon en de wind? Zorg er dan wel voor dat er voldoende frisse lucht in de wagen komt. Sluit de kap dus nooit helemaal af.

Op Veiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de kinderwagen en bijbehorende accessoires.

Wandelwagen of buggy

Als je kind eenmaal kan zitten, kun je een wandelwagen of buggy gebruiken. Let daarbij voor de veiligheid op de volgende zaken:

  • Zet je kind altijd vast met een gordel of tuigje, zodat het er niet uit kan vallen.
  • Kan je kind nog niet goed zitten, maar moet je toch overstappen naar de wandelwagen? Zet dan de rugleuning van de wandelwagen helemaal plat.
  • Let er tijdens het wandelen goed op dat de handen niet buiten de wagen hangen. Zo kunnen de vingers van je kind nergens tussen komen.
  • Zet de wagen altijd op de rem als je stilstaat.
  • Als je een tas meeneemt, kun je die beter in een net of een mand onder de wagen leggen. Als je hem aan de duwbeugel hangt, kan de wagen omvallen door het gewicht.

Op Veiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de wandelwagen en bijbehorende accessoires.

Draagdoek of draagzak

Je kunt je baby vanaf de geboorte meenemen in een draagdoek. Kijk eerst hoeveel je baby moet wegen voordat je de draagdoek kunt gebruiken. In een draagdoek draag je je baby rechtop. Je moet deze doek zelf knopen. Het is belangrijk om er op te letten dat je baby vrij kan ademen en het niet te warm heeft. Vooral bij pasgeboren en te vroeg geboren baby's moet je ervoor zorgen dat de kin van je baby niet op de borst ligt. Het kan zijn dat je baby dan moeilijker kan ademhalen. Let er verder op dat het hoofd, de rug en de heupen genoeg steun krijgen.

Je kunt je baby ook in een draagzak dragen. Kijk altijd even vanaf welke leeftijd en welk gewicht je baby in de draagzak mag.

Draag je kind nooit in een draagzak of draagdoek tijdens het koken, op de fiets, in de auto, op de motor of tijdens het sporten (bijvoorbeeld skaten).

Zelf lopen

Als je kind zelf kan lopen, kun je in het begin beter niet te lange wandelingen maken. De benen van je kind zijn nog kort, dus je kind is sneller moe. Houd ook goed in de gaten dat je kind niet wegloopt, want kinderen zijn nieuwsgierig en letten nog niet op het verkeer.

In de auto

De veiligste manier om je baby in de auto te vervoeren is in een babyautostoel. Je baby kan meteen vanaf de geboorte vervoerd worden in een babyautostoel. Vervoer je baby zo lang mogelijk tegen de rijrichting in.

Veiligheidseisen voor een autostoel

Koop altijd een stoeltje dat aan de Europese veiligheidseisen voldoet. Autostoelen moeten goedgekeurd zijn volgens ECE-reglement R44/03, R44/04 of de R129 (ook wel i-Size genoemd). De R129 is een nieuwe norm die sinds 2013 bestaat. Het goedkeuringslabel ziet eruit als een label of een sticker en is te herkennen aan de oranje kleur en een nummer onder aan het label. Lees meer over de veiligheid van de babyautostoel op Veiligheid.nl. Bekijk ook op Veiligheid.nl welke autostoel bij jouw kind past.

Een tweedehands autozitje

Als je een tweedehands stoel koopt, controleer dan of het niet beschadigd is of betrokken is geweest bij een aanrijding. Zo'n stoel is dan niet meer veilig.

Babyautostoel plaatsen
  • Plaats de autostoel achterstevoren op de bank of stoel, dus tegen de rijrichting in.
  • Zet de autostoel het liefst op de achterbank.
  • Is je auto voorzien van een passagiersairbag (voor de voorstoel), zet je kind dan niet in een autostoel op de voorstoel, tenzij de airbag is uitgeschakeld.
  • Zet je baby in de autostoel vast met de Y-gordel van de autostoel zelf. Zet vervolgens de autostoel vast met de driepuntsgordel in de auto of met ISOFIX.
  • Oefen de eerste keer met het vastzetten van het autostoel zonder dat je baby erin zit. Op Veiligheid.nl staan filmpjes waarop je kan zien hoe je een autostoel veilig gebruikt.
Een lange autorit met je baby

Maak liever geen lange autoritten. Een autostoel is heel veilig, maar je baby kan zich niet vrij bewegen. Dit is niet goed voor de motorische ontwikkeling van je baby. Het advies is om een kind niet langer dan één uur achter elkaar in de autostoel te vervoeren. Een advies voor de totale tijdsduur per dag is niet bekend, maar op het moment wordt als advies twee uur per dag aangehouden. Moet je toch een keer een lange rit maken? Zorg dan voor voldoende pauzes en haal je baby daarbij uit de stoel zodat hij zich kan strekken.

Vervoer je baby nooit op schoot

Je kind op schoot nemen in de auto is niet veilig. Je kunt het onmogelijk vasthouden bij een botsing. Het is het veiligst om een kind te vervoeren op de achterbank in een goedgekeurde autostoel dat is vastgezet met een driepuntsgordel of ISOFIX.

Laat je baby nooit alleen in de auto

Zeker als de auto in de zon staat is het gevaarlijk om je baby alleen achter te laten. Kinderen raken snel oververhit. Het heeft geen nut om een raam open te zetten in een auto die stilstaat in de zon. Dit helpt namelijk niet tegen het stijgen van de temperatuur in de auto.

Te groot voor een babyautostoel

Je kind is te groot voor de babyautostoel als:

  • de bovenkant van het hoofd boven de rugleuning uit komt;
  • je kind meer weegt dan de aangegeven kg's of;
  • groter is dan de aangegeven lengte op de autostoel.

Dan is het tijd om over te stappen op een peuter autostoel. Deze autostoel heeft een 5-puntsgordel waarmee je je kind vast kan maken. Kijk op Veiigheid.nl naar een filmpje over de overstapmomenten.

Goed ventileren

Zorg tijdens het rijden voor frisse lucht. Zet een raam open of doe de ventilatie aan.